Watersysteem Drentsche Aa
Het watersysteem van de beken in het Drentsche Aa-gebied bestaat uit hoger gelegen plekken waar water in de grond zakt en lager gelegen beekdalen waar dit water weer samenkomt. De beekdalen in dit gebied zijn vrij breed. Deze breedte zorgt ervoor dat er ruimte is voor bijzondere graslanden met unieke plantensoorten.
Het water dat omhoog komt, komt uit verschillende lagen diep in de grond. Water dat langer in de bodem zit, heeft een andere samenstelling dan ‘vers’ water. Zo bevat het ene water veel kalk, zoals bij Eexterveld, terwijl ander water juist veel ijzer bevat.
Water dat korter in de grond zit, lijkt nog veel op regenwater. Dit soort water vind je vaak in kleine zijbeekjes in heidegebieden. Het wordt ook wel ‘stroet’ genoemd.
Een ander bijzonder kenmerk van de Drentsche Aa is dat de beken niet overal even diep zijn uitgesleten. Vooral in het midden van de loop zijn de beken dieper, waardoor ze soms in contact komen met dieper grondwater. Hierdoor ontstaat een bijzondere wisselwerking in het water van de Drentsche Aa.
Het waterschap Hunze en Aa's maakt hiervoor een watersysteemplan samen met organisaties uit het gebied. Zo zorgt het waterschap voor steun bij het herstellen en beheren van het watersysteem. Het Overlegorgaan Nationaal Park Drentsche Aa is het bestuurlijke platform.
Het plan sluit aan op de nieuwste ontwikkelingen en richt zich op het voorkomen van wateroverlast en watertekort. Ook wil het zorgen voor goede waterkwaliteit van zowel grond- als oppervlaktewater.
Uitvoering
In de afgelopen 25 jaar zijn op veel plekken delen van beken en natuurgebieden hersteld. Er wordt ook gekeken hoe verschillende functies zoals landbouw, natuur, recreatie en waterwinning samen kunnen gaan.
Waterwinningen bij Assen en de Punt zijn onderzocht om te kijken hoe deze passen binnen natuurherstel. Rond de jaren zestig was de waterkwaliteit van de beken matig, maar vanaf het midden van de jaren zeventig verbeterde dit door de aanleg van rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Na de wateroverlast in 1998 zijn maatregelen genomen en werd polder Lappenvoort ingericht om extra water te bergen. In de brongebieden wordt water zo lang mogelijk vastgehouden.
Voor de toekomst
Door klimaatverandering ontstaat er vaker wateroverlast, waardoor de beek vaker buiten zijn oevers kan treden. In droge perioden kan er juist een tekort aan water zijn. In 2027 moeten de Europese eisen vanuit de Kaderrichtlijn Water zijn verwerkt in het stroomgebied van de Drentsche Aa.
-
Wateroverlast: De toenemende neerslag moet binnen het gebied worden opgevangen.
-
Watertekort: Door watertekort ontstaat droogteschade in landbouw- en natuurgebieden. Voor de landbouw kan watertekort niet zomaar worden aangevuld met water van elders. Door klimaatverandering zal de behoefte aan water verder toenemen.
-
Waterkwaliteit: Onderzoek laat zien dat de streefwaarden voor de waterkwaliteit in de Drentsche Aa worden gehaald, behalve voor hogere stikstofwaarden in enkele bovenlopen. In het Noord-Willemskanaal, vooral bij Assen, zit op sommige plekken nog te veel slib.