Beheer van de beken
Het Drentsche Aa bekensysteem is belangrijk voor de waardevolle natuur. En ook voor de afvoer van water in het gebied als het erg nat is. Dit vraagt maatwerk voor het beheer en onderhoud van de beken. Werk dat wordt uitgevoerd door waterschap Hunze en Aa’s.
Zonder onderhoud zouden de beken dichtgroeien. Water kan dan niet meer goed wegstromen omdat het te veel wordt gestremd. Waardoor wateroverlast kan ontstaan als er veel neerslag valt. Het weghalen van begroeiing is dus belangrijk. Tegelijkertijd is voldoende begroeiing in en langs de beken belangrijk voor de natuur.
Ook wil het waterschap tegengaan dat schade aan de natuur ontstaat door de uitvoering van de werkzaamheden. Bijvoorbeeld door dit niet midden in de zomer te doen, wanneer het droog is en er weinig stroming is. Opwoeling van de beekbodem kan dan flinke gevolgen hebben voor de waterkwaliteit en daarmee voor planten, vissen en andere organismen in het water.
Maatwerk
Waterschap Hunze en Aa’s heeft het beheer en onderhoud aangepast aan de omstandigheden in het stroomgebied van de Drentsche Aa. Zo worden grote delen van de beken onderhouden vanaf het water. Met drijvend materieel. En niet vanaf de oever met grote maaimachines. Verder is er extra aandacht voor de planning en de wijze waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd.
Het waterschap voert de eerste onderhoudsronde aan het eind van de lente uit. Dan wordt een strook van begroeiing uit het middendeel van de beekbodem weggehaald. Zodat het water kan blijven stromen. De zijkanten van een beek blijven ongemoeid omdat hier het meeste leven zit. Onderhoud van de zijkanten is echter wel nodig om te voorkomen dat de beek vanaf de kant dichtgroeit. Dit gebeurt aan het eind van de zomer en het begin van de herfst. Met de tweede onderhoudsronde. Ook deze planning is met een reden. Ten eerste raakt de natuur in de zomer niet verstoord door opwoeling. Ten tweede zorgt de begroeiing langs de kant voor stremming waardoor minder water wegstroomt wanneer het droog is.
In de tweede onderhoudsronde wordt meer begroeiing weggehaald. In het midden van de beek en aan één zijkant van de beek. De andere kant blijft ongemoeid en wordt het jaar erop onderhouden. Zo is er altijd een deel van de beek dat goede omstandigheden biedt voor de natuur. Terwijl er voldoende begroeiing is weggehaald voor een goede afvoer van water in de herfst en in de winter.