Landbouw vanaf 1900
Veranderingen in de landbouw - Aan het eind van de 19e eeuw veranderde het eeuwenoude esdorp-systeem. Door de komst van kunstmest waren heideplaggen niet langer nodig. Schaapskuddes verdwenen en veel heidevelden werden omgeploegd tot landbouwgrond of bebost.
Na de Tweede Wereldoorlog moderniseerde de landbouw verder. Door ruilverkaveling werden kleine akkers samengevoegd tot grotere velden. Zo konden boeren efficiƫnter werken. Beken werden rechtgetrokken en de grondwaterstand verlaagd. Beekdalen werden ingericht voor grotere boerderijen met meer ruimte voor koeien, (melk)stallen, varkensstallen en opslagruimtes.
De invloed van Harry de Vroome
Landschapsarchitect Harry de Vroome speelde een belangrijke rol bij deze veranderingen. Hij zorgde ervoor dat de ruilverkaveling in het Drentsche Aa-gebied rekening hield met het landschap. In plaats van grootschalige ontginning, bleef het beekdallandschap grotendeels behouden. Zijn werk legde de basis voor het Nationaal Park Drentsche Aa.
Van dorps naar modern landschap
In de 20e eeuw veranderde het dorpsleven. Veel oude boerderijen werden woonboerderijen en dorpen groeiden met nieuwbouwwijken. Toch bleef landbouw een belangrijke rol spelen in het gebied.
Duurzame toekomst
Tegenwoordig kiezen steeds meer boeren voor natuurinclusieve landbouw. Ze werken samen met natuurorganisaties en de gemeente om het landschap te verbeteren. Het Drentsche Aa-gebied is niet alleen een plek voor landbouw, maar ook een waardevol natuurgebied. Er is steeds meer aandacht voor streekproducten, zodat landbouw en natuur hand in hand kunnen gaan.