Pingo's en pingoruines
Vorstheuvels, ijsheuvels of Pingo’s
Pingo is het Inuit woord voor ijsheuvel die groeit. Ze ontstonden in het Weichselien. Onder de bevroren grond groeiden, door kwelwater uit de ondergrond, grote ijslenzen aan. Zo ontstonden ijsheuvels van soms tientallen meters hoogte. Wat we daarvan nu in het landschap vinden zijn de pingoruïnes. Het zijn de overblijfselen van oude ijsheuvels die ontstonden doordat water onder de grond bevroor en de grond omhoog duwde. Toen het ijs smolt, gleed de grond langs de ijsheuvel omlaag tot een ringwal. De overgebleven laagte had een cirkel vorm. In sommige van deze kuilen vind je nog water, en ze zijn een belangrijk deel van de geschiedenis van het landschap.
Pingoruines vind je overal in het Drentsche Aa gebied. Voorbeelden zijn het Taarlose veentje en het ven op Kampsheide
Meer informatie over pingoruïnes is te vinden op de website: https://www.pingoruines.nl/pingoruines/