Strubben
In Nederland komen op sommige plekken bijzondere boomgroepen voor, die we ‘strubben’ noemen. Strubben zijn vaak oude, knoestige bomen met kronkelende takken. Ze groeien op heidevelden of zandgrond, waar de bodem arm is. Een bekend voorbeeld is het natuurgebied De Strubben-Kniphorstbos bij Schipborg, in Drenthe. Maar hoe ontstaan deze bijzondere bomen?
Het ontstaan van strubbenbomen
Strubbenbomen groeien vaak op oude begraasde gebieden. In het verleden liepen hier schapen en ander vee rond. Die dieren aten jonge boompjes op of knabbelden aan de takken. Hierdoor kregen de bomen steeds nieuwe scheuten en groeiden ze niet recht omhoog, maar laag en breed. Dit proces heet afzetten of hakhoutbeheer.
Sommige bomen werden vroeger ook gekapt, maar de wortels bleven in de grond. Uit die wortels groeiden nieuwe takken, waardoor de bomen een grillige vorm kregen. Dit maakt strubbenbomen heel anders dan gewone bomen in een bos.
De Strubben bij Schipborg
Het natuurgebied De Strubben-Kniphorstbos is het enige strubbenbos in Nederland. Hier groeien nog steeds de typische kromme eiken en beuken. Het gebied heeft een rijke geschiedenis. Er zijn oude grafheuvels en karrensporen te vinden, die laten zien dat mensen hier al duizenden jaren komen.
Vandaag de dag is het een prachtig wandelgebied. Door de bijzondere bomen en de afwisselende natuur is het een geliefde plek voor wandelaars en natuurliefhebbers. In elk seizoen heeft het gebied zijn eigen charme. De kronkelige strubbenbomen maken het landschap uniek en geven een gevoel van historie en mysterie.
Wil je een keer iets bijzonders in de natuur zien? Dan is een bezoek aan De Strubben-Kniphorstbos zeker de moeite waard!