Watersysteemplan Drentsche Aa
Het watersysteemplan is een overkoepelend waterplan voor het Drentsche Aa-gebied. Doel van het plan is aan te geven hoe op korte en langere termijn om te gaan met het watersysteem van de Drentsche Aa.
Het waterschap maakt dit plan samen met betrokkenen in het Drentsche Aa-gebied. Dit zijn onder meer overheden, belangenorganisaties zoals Staatsbosbeheer, LTO Noord, het recreatieschap, maar ook de mensen uit het gebied zelf. Hiermee beoogt het waterschap dat het plan draagvlak krijgt voor verder herstel en beheer van het watersysteem in de toekomst. Het Overlegorgaan Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa zal als bestuurlijk platform worden gebruikt.
Het plan sluit zoveel mogelijk aan op de lopende ontwikkelingen in het kader van het Nationaal Landschap Drentsche Aa. De maatregelen zijn gericht op het tegengaan van wateroverlast in natte perioden, het tegengaan van watertekort in droge zomers en het zorgen voor een goede waterkwaliteit van zowel grond- als oppervlaktewater.
Reeds in uitvoering
In de afgelopen vijfentwintig jaar is er al veel gebeurd. Zo zijn concreet op veel plaatsen beektrajecten hersteld (hermeandering), zijn reservaatgebieden in omvang vergroot en hersteld. Daarnaast is nagedacht over hoe de verschillende gebiedsfuncties (landbouw, natuur, recreatie, waterwinning) kunnen samengaan maar vooral ook zich verder kunnen ontwikkelen. Ten aanzien van bijvoorbeeld de waterwinningen (Assen, de Punt) is onderzocht of en hoe deze kunnen worden ingepast gezien de doelstellingen op het gebied van natuurherstel. De waterkwaliteit van de beken was rond de jaren zestig matig, en verbeterde pas serieus midden jaren zeventig door het in werking treden van rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Naar aanleiding van de wateroverlast in 1998 zijn reeds een aantal maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Zo zijn op een aantal plekken kades verhoogd (bijvoorbeeld benedenstrooms langs het Hoornse diepje) en is het gebied Lappenvoort/Oosterland als bergingsgebied ingericht. Verder zijn er meer bovenstrooms initiatieven genomen om meer water in het gebied vast te houden, die deels ook zijn gerealiseerd (bv. Holmers-Halkenbroek, Deurzerdiep).
Opgaven voor de toekomst
Klimaatverandering zal gevolgen hebben voor wateroverlast in zowel bebouwd als landelijk gebied. Hierdoor kan vaker water op straat voorkomen, en zal de beek vaker en extremer buiten zijn oevers treden. Ook kan door langere droge perioden er tijdelijk sprake zijn van watertekort in de landbouw. In 2015 (uiterlijk 2027) moeten ook de Europese eisen ten aanzien van de waterkwaliteit vanuit de Kaderrichtlijn Water vertaald zijn naar het stroomgebied van de Drentsche Aa.
Wateroverlast
In het Regionaal Bestuursakkoord Water is afgesproken dat toename van neerslag door klimaatverandering niet op de Groninger boezem (het Noord-Willemskanaal) mag worden afgewenteld, maar in het Drentsche Aa-gebied moet worden opgevangen.
Door de inrichting van natuurgebieden en op omliggende plateaus blijkt dat de wateropgave van 1,9 miljoen kuub wordt ingevuld. De stedelijke wateropgave bedraagt circa 240.000 kuub. Dit is een fractie van de totale opgave maar betekent wel dat in de bebouwde gebieden totaal 50 hectare waterbergingsruimte gevonden moet worden om piekafvoeren van water te kunnen opvangen.
Watertekort
Een tekort aan water uit zich in de vorm van droogteschade in landbouwgebieden en verdroging van natuurgebieden. Droogteschade in de landbouw komt tot op zekere hoogte voor, en kan niet worden gecompenseerd door water van elders aan te voeren. Door klimaatverandering zal de waterbehoefte toenemen. Geschat wordt dat het watertekort 's zomers met 5 miljoen kubieke meter zal toenemen.
Het voorkomen van extremere droge perioden door klimaatverandering geeft ook eens te meer de noodzaak van verdrogingsbestrijding aan.
Waterkwaliteit
Uit onderzoek blijkt dat de streefwaarden voor de waterkwaliteit van de Drentse Aa in belangrijke mate worden gehaald. Met uitzondering van hogere stikstofgehalten in enkele bovenlopen. De ecologische kwaliteit van de Drentsche Aa voldoet in 2015 echter nog niet geheel aan het streefbeeld van een stromende, en voor vissen vrij optrekbare laaglandbeek. Dit heeft vooral te maken met het ontbreken van karakteristieke beekprocessen langs sommige, nog rechte beektrajecten.
Voor het Noord-Willemskanaal geldt dat vooral nabij Assen op plekken te veel slib aanwezig is. Daarnaast komen te hoge fosfaat- en stikstofgehalten in het kanaal rond Assen nabij de zuivering voor. Tot slot is het aandeel natuurvriendelijke oevers heel beperkt, en minder dan de streefwaarde van 25%.
Samenvattend
Op grond van de analyse van de wateropgaven zijn voor de Drentsche Aa de belangrijkste uitkomsten:
De extra opgave om water in de Drentsche Aa vast te houden kan met huidige maatregelen worden ingevuld.
Door langere en drogere zomerperioden zal de droogte in landbouwgebieden toenemen, terwijl er vanuit het waterbeheer maar beperkt mogelijkheden zijn om effecten tegen te gaan. Het vergroot de noodzaak om verdrogingsbestrijding door te zetten.
Vooral de inrichting van het beeksysteem van de Drentsche Aa is op een aantal trajecten nog onvoldoende om de gewenste plant- en diersoorten terug te krijgen. Lokaal is de stikstofbelasting nog te hoog. Ook in 2015 zal de Drentsche Aa nog niet geheel hersteld zijn.
Voor meer informatie zie watersysteemplan
In 1998 traden ook in het Drentsche Aa-gebied op grote schaal overstromingen op. Op de achtergrond het Hunzedal.
Documenten:
nieuwsbrief watersysteemplan Drentsche Aa 16-08-07.pdf (pdf, 680 kB)