Planoloog Willem Kastelein: “Natuurwaarden en waterbeheer gaan hand in hand in Polders Oosterland Lappenvoort”
Polders Oosterland Lappenvoort (POL) worden heringericht. Deze week spreken we met planoloog Willem Kastelein van het waterschap Hunze en Aa’s. We spreken met hem over de voorgenomen herinrichting van Polders Oosterland Lappenvoort, hun functie als waterberging en de rol die het water vanouds speelt in de polders.
Kun je ons iets vertellen over de geschiedenis van de Drentsche Aa?
“De Drentsche Aa is heel belangrijk voor de waterhuishouding in dit gebied. Honderdvijftig jaar geleden werd die beek bij de Witte Molen gekruist door het Noord-Willemskanaal. Het gedeelte van de Drentsche Aa ten westen van het kanaal, binnen POL, was daarna een dode arm geworden. We hebben daarom in 2004 een grote duiker onder het kanaal aangelegd, waar het beekwater van de Drentsche Aa doorheen kan stromen naar de andere kant van het kanaal. Zo hebben we de oorspronkelijke Drentsche Aa in ere hersteld. Die duiker werkt ook als een vispassage, want vissen kunnen er gemakkelijk doorheen migreren.”
Hoe schoon is het water in POL?
“De kwaliteit van het water van de Drentsche Aa is uitstekend: het is het schoonste water in de omgeving. Het wordt zelfs gebruikt voor de drinkwatervoorziening voor de stad Groningen. Over de kwaliteit van het water van het Noord-Willemskanaal zijn wel wat zorgen: er monden twee rioolwaterzuiveringen in uit. Bij de inzet van POL als noodberging dringt water uit het Noord-Willemskanaal in de bodem. Om dit te voorkomen, zorgen we dat de bodem eerst wordt verzadigd met het schone water van de Drentsche Aa, voordat de noodberging wordt gevuld met water uit het Noord-Willemskanaal.
Naast hun huidige bestemming als landbouw en natuur zijn de polders van groot belang voor de noodwaterberging in de (wijde) omgeving. Bijvoorbeeld bij winterse situaties met extreem veel neerslag kan hier water worden opgeslagen. Zo wordt wateroverlast elders – bijvoorbeeld in de stad Groningen – voorkomen.”
Wat houdt waterbeheer allemaal in?
“Waterbeheer houdt onder meer in dat je te allen tijde voldoende druk van het watersysteem kunt halen. Een belangrijk aspect is dat het kanalensysteem waar het Noord-Willemskanaal deel van uitmaakt, uitmondt in de zee bij Delfzijl. Daar zijn sluizen aangebracht om bij vloed water vanuit de zee tegen te houden en bij eb overtollig water van het kanaal naar zee uit te laten stromen. Bij noordwestenstorm staat het water niet alleen hoog voor de sluizen, maar dan valt er in het binnenland vaak ook veel regen. Omdat je dat water dan niet kwijt kunt naar de zee, moet het water tijdelijk worden geborgen en is noodwaterberging heel hard nodig.
Het staat allemaal met elkaar in verband. Als het waterniveau te hoog wordt en het kanalensysteem dreigt te overstromen, kunnen we de polders inzetten voor noodwaterberging. Het water stroomt dan gecontroleerd de polders in. Hierdoor zakt de waterstand in het kanaal. Later, als we het water weer op zee kunnen lozen, kan het water in de polder weer grotendeels wegstromen naar het kanaal. De rest wordt met het gemaal aan de Meerweg weggemalen.”
Waar dienen de huidige werkzaamheden aan de dijken en kades voor?
“Het afgelopen jaar hebben we de dijken rond het gebied POL weer opgehoogd. Die waren gezakt, met name door krimp van het veen in de ondergrond en door de effecten van de gaswinning. Verder leggen we momenteel de laatste hand aan de versterking van de kades langs het Noord-Willemskanaal. Hierbij creëren we natuurvriendelijke oevers. Dit doen we om de ecologie van het kanaal te verbeteren, maar ook om het voor landdieren makkelijker te maken het kanaal over te steken.
Aan de noordkant van POL is nu een ecologische verbindingszone naar het Paterswoldsemeer. Waar de Drentsche Aa een stromende beek is, is het meer een grote stilstaande plas die slechts gevoed wordt met regenwater. In de nazomer is daarvan weinig aanvoer, waardoor het peil omlaaggaat. Sinds kort is het nu mogelijk om vanuit POL water van de schonere Drentsche Aa door te voeren naar het Paterswoldsemeer om dat peil weer omhoog te krijgen.
Een lastige schakel in de ecologische verbindingen in dit gebied is natuurlijk de A28 die erdoorheen loopt. Ook daarvoor zijn echter oplossingen gevonden. We hebben een passage aangelegd voor de Drentsche Aa onder de snelweg door, waar bijvoorbeeld ook bevers en otters gebruik van maken. Als waterschap heb je natuurlijk zorgen over wat bevers kunnen aanrichten. Daarom hebben we afgesproken dat bij de herinrichting van het gebied de sloten worden gedempt die nu langs de dijken liggen, zodat de bevers geen holen in de dijk zullen aanleggen. Dus je hoort het, overal is rekening mee gehouden.”
Krijgt de omgeving geen wateroverlast door de vernatting?
“Er ligt bebouwd gebied tegen het plangebied aan en de afwatering van die bebouwing loopt via het poldergebied. Als je daar een hoger peil hanteert, lukt die afwatering niet. In het inrichtingsplan worden daarom aan de kant van bebouwde gebieden (de westkant van de polder) de sloten op het oude peil gehouden. Hiermee creëer je een graslandgebied dat ook een ecologische overgangszone vormt tussen de Rug van
Tynaarlo en het moerasgebied. Tussen die twee gebieden wordt een dijkje aangelegd, dat de graslandzone en de bebouwde gebieden beschermt tegen de hogere peilen in het moerasgebied. Dus nee, de omgeving krijgt geen last van de vernatting.”
Wat is je eigen band met het gebied?
“Ik ben geboren in de stad Groningen en later opgegroeid in Roden. Nu woon ik weer in de stad Groningen. Ik ken deze polders al sinds mijn jeugd en kom er nog geregeld. Het is altijd mooi gebleven. Je hebt een prachtig uitzicht van de Rug van Tynaarlo naar het open gebied; een mooie combinatie van landschapsvormen. Natuurwaarden en waterbeheer gaan hand in hand in Polders Oosterland Lappenvoort.”
Bron: Meerschap Paterswolde