Drenthe telt vanaf januari 2017 drie paddenstoelenreservaten
Staatsbosbeheer heeft 22 fijnsparbossen in Drenthe geselecteerd die met ingang van 1 januari 2017 speciale bescherming genieten. Met de Paddenstoelenwerkgroep Drenthe is afgesproken dat de top drie hiervan – bosvakken in de boswachterijen Gieten-Borger en Veenhuizen en in het NP Drents-Friese Wold - geheel gevrijwaard wordt van welke ingreep dan ook. Zij krijgen de status ‘paddenstoelenreservaat.’ In de overige 19 fijnsparbossen en bosjes wordt het beheer afgestemd op instandhouding van het fijnsparbos. In totaal gaat het om ruim 100 hectare.
Nergens in Nederland zijn in de vorige eeuw zoveel fijnsparren aangeplant als in Drenthe, vooral ten behoeve van de houtproductie. Door het wat koelere en vochtiger klimaat hebben deze bossen zich hier erg goed ontwikkeld. Ze zijn een sieraad voor liefhebbers van geheimzinnige donkere bossen. Veel van deze percelen zijn na 60 tot 80 jaar kaprijp en normaal gesproken begint Staatsbosbeheer dan met verjongen, oogsten of omvormen. Dat zou betekenen dat deze bossen hun specifieke karakter kunnen verliezen.
Bemoste fijnsparren
Vier jaar geleden is de Paddenstoelenwerkgroep Drenthe (PWD) in overleg met Staatsbosbeheer een project gestart waarbij alle Drentse sparrenbossen bezocht werden en op hun mycologische waarde beoordeeld. Tijdens deze brede inventarisatie werd duidelijk dat sommige bosvakken heel rijk aan bijzondere paddenstoelen zijn. Sterk bedreigde soorten (Rode lijst) bv. de Blauwe satijnzwam en Forse melkzwam, en zelfs enkele uitgestorven gewaande soorten bleken een uitwijkplek gevonden te hebben in goed bemoste fijnsparbossen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een top 22 van de rijkste bossen. Voor de PWD reden om te pleiten voor bescherming.
Houtvesters en eekhoorns
Ook bij Staatsbosbeheerders leefde de wens om een aantal sparrenbossen te behouden omdat ze een cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen. Boswachter Albert Broekman: “Ze laten zien hoe in de 1e helft van de vorige eeuw over bosbouw gedacht werd. En wat onze houtvesters van toen aan kennis moesten verwerven om tot levensvatbare bossen te komen. Overigens bieden oude fijnsparren ook een gunstig leefmilieu voor bijvoorbeeld de eekhoorn.” Rob Chrispijn van de PWD: “Wij zijn verheugd dat het gelukt is om de drie mooiste en voor paddenstoelen meest waardevolle bossen met fijnspar een speciale status te geven. Dat betekent dat voor tientallen soorten paddenstoelen hun groeiplaats gespaard blijft en dat bijvoorbeeld de Kamfergordijnzwam zijn leefgebied behoudt.” Omdat oudere fijnsparbossen die zich ongestoord kunnen ontwikkelen een nieuw fenomeen zijn, is het nuttig om deze ontwikkeling wetenschappelijk te volgen in de drie geselecteerde bosvakken. Daarom is afgesproken dat Staatsbosbeheer Drenthe en de PWD om de drie jaar samen evalueren.